Inleiding

Voor een goed inzicht in onze financiële positie is het van belang om inzicht te krijgen in de potentiële mee- en tegenvallers (risico’s) en in onze mogelijkheden om deze tegenvallers op te vangen (= de weerstandscapaciteit). Dit inzicht geeft een beeld van de robuustheid van onze financiële situatie. Naast het verkrijgen van inzicht in de financiële weerbaarheid trachten wij met het uitvoeren van risicomanagement een voortschrijdend en structureel inzicht te verkrijgen in de risico’s die we lopen bij het behalen van de doelstellingen van de organisatie.

Voor de beoordeling van ons weerstandsvermogen zijn twee elementen van belang:

  • De weerstandscapaciteit: de middelen en mogelijkheden waarover wij (kunnen) beschikken om niet-begrote, onvoorziene kosten (risico’s) te dekken.
  • De risico’s: risico’s van materiële betekenis waarvoor geen maatregelen, in de vorm van bijvoorbeeld een verzekering of voorziening, zijn getroffen.

Twee maal per jaar, bij de programmabegroting en bij de jaarstukken, actualiseren we onze risico's en beoordelen we in hoeverre ons weerstandsvermogen toereikend is. Dit doen we aan hand van de gestelde kaders uit de vastgestelde nota risicomanagement en weerstandsvermogen (2009). De beschikbare weerstandscapaciteit zoals deze blijkt uit de voorliggende begroting 2018 zetten we af tegen de geactualiseerde en gekwantificeerde risico-inventarisatie per 1 september 2017.

In deze paragraaf gaan wij achtereenvolgens in op de beschikbare weerstandscapaciteit en de wijze waarop deze is berekend, de benodigde weerstandscapaciteit en het risicoprofiel waarop dit is gebaseerd en de relatie tussen de benodigde en de beschikbare weerstandscapaciteit. Tot slot gaan we in op een aantal financiële kengetallen.

Beschikbare weerstandscapaciteit

Tot de weerstandscapaciteit van de gemeente worden gerekend:
• De algemene reserves
• De onbenutte belastingcapaciteit OZB
• De begrotingsruimte

Algemene reserves
Onder onze algemene reserves verstaan we de algemene reserve en de reserve Grondbedrijf. Daarnaast rekenen we ook de bestemmingsreserve HSD mee voor de weerstandscapaciteit, omdat die reserve een buffer vormt voor de risico's van de transities in het sociaal domein. De boekwaarde van de algemene reserve per 1 januari 2018 bedraagt € 6,3 miljoen, de omvang van de reserve grondbedrijf € 7,6 miljoen en de omvang van de reserve Sociaal Domein € 11,3 miljoen.

De onbenutte belastingcapaciteit OZB
De onbenutte belastingcapaciteit is de extra ruimte die we hebben om de belastinginkomsten te maximaliseren. In de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is vastgelegd dat we hiervoor de ruimte hanteren die er is ten opzichte van de artikel 12 normen voor een redelijk belastingpeil. In tegenstelling tot voorgaande jaren, sluiten we in deze begroting aan bij deze berekening. Deze berekening wordt ook door veel andere gemeenten gehanteerd.

De norm (redelijk peil OZB), zoals vastgesteld in de meicirculaire 2017, bedraagt voor het jaar 2018 0,1952% van de totale WOZ waarde. Toepassing van deze norm op de totale WOZ-waarde van Nieuwegein leidt tot een bedrag van ruim € 17 miljoen. Dit betekent een ruimte van € 2 miljoen op jaarbasis.

Deze norm krijgt pas betekenis als de gemeente echt in financieel zwaar weer terecht komt. Alvorens een beroep gedaan kan worden op extra middelen uit het gemeentefonds, moet de onbenutte capaciteit worden aangesproken om de begroting op orde te krijgen.

Voor de riool en afvalstoffenheffing geldt dat sprake is van een vrijwel kostendekkende tarieven (zie paragraaf lokale heffingen) .  

Begrotingsruimte
Bij de berekening van de weerstandscapaciteit hebben wij geen rekening gehouden met begrotingsruimte. De in de stelposten opgenomen posten voor het opvangen van de gevolgen van rijksbeleid en bestaand beleid hebben wij eveneens niet meegenomen bij de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit. Omdat deze qua risico moeilijk in te schatten zijn, maken zij geen onderdeel uit van het risicoprofiel.
In de grondexploitaties wordt als uitgangspunt gehanteerd dat verwachte verliezen direct dienen te worden afgedekt door een voorziening. Winsten mogen echter pas worden genomen op het moment dat ze nagenoeg volledig zijn gerealiseerd. Dit betekent dat winstgevende grondexploitaties die nog moeten worden afgerond, niet in de balanspositie van het grondbedrijf zijn opgenomen. De contante waarde van de winsten op nog niet afgesloten grondexploitaties kan worden aangemerkt als een buffer die binnen de grondexploitaties nog aanwezig is. Voor de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit is hier echter geen rekening mee gehouden, omdat immers niet zeker is of de winst daadwerkelijk zal worden gerealiseerd. Voor het overige is geen sprake van posten die mogelijk tot begrotingsruimte kunnen worden gerekend.

Beschikbare weerstandscapaciteit
Op grond van bovengenoemde uitgangspunten kan de beschikbare weerstandscapaciteit als volgt worden weergegeven:

Beschikbare weerstandscapaciteit (bedragen x € 1.000)

Weerstand

Verwachte stand per 1 januari 2018

Algemene reserve

€  6.317

Onbenutte belastingcapaciteit

€ 2.022

Reserve grondbedrijf

€  7.592                    

Reserve sociaal domein

€ 11.296                   

Totale weerstandscapaciteit

€ 27.226

Benodigde weerstandscapaciteit
Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen moet de beschikbare weerstandscapaciteit afgezet worden tegen de risico's. Het totale ingeschatte maximale gevolg op basis van kansberekening van alle geïnventariseerde risico's bedraagt afgerond € 26,3 mln. Door de maximale gevolgen van de individuele risico's bij elkaar op te tellen ontstaat een te negatief oordeel over het weerstandsvermogen. Het is immers vrijwel zeker dat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor zullen doen. Daarnaast zal niet ieder risico zich daadwerkelijk in de maximale omvang voordoen. Om deze overschatting van risico's te voorkomen is gebruik gemaakt van risicosimulatie (de Monte Carlo methode). In de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is vastgesteld dat voor de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit wordt uitgegaan van een risicosimulatie waarbij een zekerheidspercentage van 90% wordt gehanteerd. Uit de uitgevoerde risicosimulatie volgt dat met 90% zekerheid een bedrag van € 10,5 miljoen voldoende is om alle risico's van de gemeente te kunnen afdekken (de benodigde weerstandscapaciteit).

Risicoprofiel

Er zijn gemeentebreed vele risico's in beeld. Dit betreft niet alleen financiële risico's, maar ook bijvoorbeeld juridische, personele en imagorisico's. In onderstaande tabel presenteren wij alleen de belangrijkste financiële risico's voor wat betreft kans en gevolg. In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit zijn uiteraard alle financiële risico's meegenomen. Zoals opgemerkt wordt de totale omvang van de benodigde weerstandscapaciteit berekend op basis van kansberekening, terwijl in het hieronder opgenomen staatje de maximale omvang van individuele risico's is opgenomen. Een vergelijking van deze bedragen is derhalve niet relevant.

Onderstaand overzicht omvat zowel structurele risico’s als incidentele risico's. Om deze bedragen vergelijkbaar te maken, hebben wij voor de structurele risico's als uitgangspunt genomen dat deze binnen een termijn van vier jaar (een collegeperiode) zijn opgelost c.q. dat er binnen die termijn alternatieve dekkingsmiddelen zijn gevonden om de gevolgen op te vangen. In de berekening hebben wij daartoe de omvang van het jaarrisico vermenigvuldigd met de factor 4.

Belangrijkste financiële risico’s

Risico

Kans

Maximaal financieel gevolg

Toename uitkeringen BUIG in relatie tot doeluitkering

80%

€ 6.000.000

Jeugdzorg: meer vraag dan dat er budget beschikbaar is

25%

€ 4.000.000

Risico's parkeren

30%

€ 3.800.000

Risico's grondexploitatie

divers

€ 2.860.000

Exploitatie Stadshuis

90%

€ 1.200.000

* Dit betreft de uitkomsten van de afzonderlijk voor deze exploitaties uitgevoerde analyse en de daarop toegepaste risicosimulatie naar de stand van 1 september 2017.

Toelichting op de belangrijkste risico's:

  • toename uitkeringen in relatie tot doeluitkering wet BUIG. Sinds 2017 wordt een nieuwe verdeelsystematiek gehanteerd voor de uitkeringslasten, die effect kan hebben op de bijdrage van het Rijk aan Nieuwegein. In dit model wordt gewerkt met criteria en kengetallen, zoals samenstelling huishoudens, leeftijdssamenstelling, zorggebruik etc. Ten tijde van het opstellen van deze begroting bestaat nog geen duidelijkheid over het financiële effect voor de gemeente Nieuwegein in 2018. Daarom schatten wij op dit moment het risico dat er een tekort ontstaat op circa € 1,5 miljoen per jaar (gemiddeld). Aangezien het een structureel risico betreft, vermenigvuldigen wij dit bedrag met factor 4.
  • Jeugdzorg: het risico bestaat dat de hulpvraag voor jeugdzorg hoger is dan waarmee rekening is gehouden in de begroting. Het  risico wordt ingeschat op € 1 miljoen per jaar. Aangezien het een structureel risico is, vermenigvuldigen wij dit bedrag met factor 4.
  • De risico's op de grondexploitaties zijn apart geanalyseerd en het hierboven vermelde bedrag is de uitkomst een afzonderlijke toegepaste risico-simulatie op deze exploitaties.
  • Het risico voor parkeren is gebaseerd op een aanname dat de bezettingsgraden lager uitkomen dan waarmee in de parkeerexploitatie rekening is gehouden. Daarnaast bestaat het risico dat de kosten voor de coöperatie Parkeerservice hoger uitkomen, vanwege een transitie die plaatsvindt bij parkeerservice.
  • exploitatie Stadshuis: dit betreft de kans op huurderving als gevolg van leegstand. Vooralsnog is rekening gehouden met een maximaal structureel risico van € 300.000 per jaar, wat met vier vermenigvuldigd is.

Ratio weerstandsvermogen

De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt de ratio voor het weerstandsvermogen.

1/1/18

Beschikbare weerstandscapaciteit

27,2  mln

Benodigde weerstandscapaciteit

10,5 mln

Ratio weerstandsvermogen

2,6

We streven naar een beschikbaar weerstandsvermogen dat tenminste voldoende is. Dat betekent een ratio weerstandsvermogen tussen de 1,0 en 1,4. De ratio weerstandsvermogen ligt dus ruim boven deze norm. Ten opzichte van de begroting 2017 (2,4) is deze norm licht toegenomen. Dit heeft enerzijds te maken met de andere berekeningswijze van de onbenutte belastingcapaciteit. Tegelijkertijd is de benodigde weerstandscapaciteit, gebaseerd op de risico-inschatting, afgenomen als gevolg van lagere risico's in vooral de grondexploitaties en het afboeken van de ombuigingen. Tegelijkertijd zijn de reserves toegenomen. Per saldo levert dat een hoger weerstandsvermogen op.

Financiële kengetallen

Sinds 2015 is in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) een aantal financiële kengetallen voorgeschreven in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Deze kengetallen zijn bedoeld om inzicht te geven in de financiële weerbaar- en wendbaarheid van de gemeente. Hiermee krijgt de raad gemakkelijker inzicht in de financiële positie van de gemeente en in de baten en lasten. Deze kengetallen vormen een verbinding tussen de verschillende aspecten die de raad in de beoordeling van de financiële positie kan betrekken om daar een verantwoord oordeel over te kunnen geven. De kengetallen leveren daarmee ook een bijdrage aan de kaderstellende en controlerende rol.

Hieronder presenteren wij de kengetallen van Nieuwegein over rekening 2016, begroting 2017 tot en met 2021.

rekening 2016

begroting 2017

begroting 2018

begroting 2019

begroting 2020

begroting 2021

Netto schuldquote

75                

97

70

68

69

67

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

73

93

67

65

66

64

Solvabiliteitsratio

33

28

43

47

49

51

Kengetal grondexploitatie

2,3

12

21

23

25

28

Structurele exploitatieruimte

3,4

1,1

-3,8

-0,1

0,8

1,3

Belastingcapaciteit

82%

82%

85%

87%

87%

87%

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de financiële kengetallen over het algemeen een positieve ontwikkeling laten zien. Zo is de netto schuldquote dalende en is de solvabiliteit toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren. Hieronder lichten wij de kengetallen toe.

Netto schuldquote:
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen (baten). Het geeft hiermee een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. De netto-schuldquote laat een dalende lijn zien. Alleen de begroting 2017 laat hierin een uitschieter zien. Dit wordt veroorzaakt doordat in begroting 2017 rekening is gehouden met lagere baten en een lager bedrag aan uitzettingen van met een rente typische looptijd van korter dan een jaar.

Netto schuldquote min verstrekte leningen:
Zie de definitie en toelichting hierboven, met de correctie voor doorgeleende bedragen (kapitaalverstrekkingen aan verbonden partijen).

Solvabiliteit:
Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het totale

vermogen. Als signaalwaarde voor de solvabiliteitsratio geldt een percentage van 20%. De ratio ligt fors boven deze signaalwaarde en laat de komende jaren een stijging zien. Dit komt door de forse omvang van de reserves.

Grondexploitatie:
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Deze waarde stijgt de komende jaren flink. Dit komt door de stijging van de boekwaarde van de gronden.

Structurele exploitatieruimte:
Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Uit de ontwikkeling van dit kengetal zien we dat in 2018 en 2019 sprake is van een negatieve verhouding. Dit wordt veroorzaakt door een onttrekking aan de reserve in die jaren.

Belastingcapaciteit:
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Het kengetal belastingcapaciteit vergelijkt de woonlasten (OZB, rioolheffing, afvalstoffenheffing) van een gemiddeld gezin in Nieuwegein met landelijke cijfers. Voor de jaren 2019 en verder is bij de berekening van dit kengetal als uitgangspunt gehanteerd dat de tarieven voor afval en riool vanaf dan kostendekkend zijn en alle tarieven jaarlijks met 2% stijgen. De ontwikkeling van dit kengetal is dus puur indicatief. De daadwerkelijke ontwikkeling is afhankelijk van keuzes die hierin gemaakt worden.